Adres: 11 Divinity Ave, Cambridge, MA 02138, Verenigde Staten
Jullie hebben enige tijd geleden kunnen lezen over mijn bezoek aan het Harvard Museum of Natural History. Dit museum was verbonden aan het Peabody Museum of Archaeology and Ethnology en daar ben ik ook naartoe geweest. De toegang was inbegrepen bij de Go Boston Cards welke ik had gekocht en nadat we deze kaarten bij de entree van het Harvard Museum of Natural History hadden laten scannen mochten we vervolgens zo doorlopen van het ene museum naar het andere. Ik dacht, voorafgaande aan ons bezoek, dat het Peabody Museum zich elders op de campus van Harvard bevond, omdat het een ander adres had, maar was blij dat het direct naast het Natural History museum gelegen was. Zo hoefden we niet te zoeken en konden we mooi 2 geplande activiteiten achter elkaar afstrepen. In mijn blog over het Harvard Museum of Natural History hebben jullie kunnen lezen dat een van de ruimtes ging over klimaatverandering. Achter die tentoonstelling bevond zich de gang naar het Peabody Museum of Archaeology and Ethnology.
Het Peabody Museum of Archaeology and Ethnology (museum voor archeologie en volkenkunde) is een in 1866 opgericht museum welke verbonden is aan de Harvard University in Cambridge, Massachusetts. Het is een van de oudste en grootste musea welke zich bezighoudt met antropologisch materiaal, met daarbij een bijzondere aandacht voor de etnografie en archeologie van Amerika. Het museum beheert meer dan 1,2 miljoen objecten, 2.000 mappen en plattegronden en ongeveer een half miljoen foto’s. Het is een van de vier Harvard-musea voor wetenschap en cultuur welke zijn opengesteld voor het publiek. Het museum werd opgericht als een geschenk van George Peabody, dit was een rijke Amerikaanse financier en filantroop. De eerste tentoonstelling bestond nog uit een klein aantal prehistorische artefacten uit de Merrimack Valley in de Boylston Hall van Harvard University in 1867. In 1877 werd het eerste museumgebouw opgeleverd en vervolgens werd het uitgebreid in de jaren 1888 en opnieuw in 1913. Het huidige gebouw is dus al meer dan 100 jaar oud.
Het museum bevond zich op een drietal etages van het gebouw, de 1e, 3e en 4e etage. Wij betraden het op de derde etage en kwamen uit in het Latin America en speciale tentoonstellingen-gebied. De eerste expositie welke we zagen heette Arts of War, wapens van verschillende culturen werden tentoongesteld. De ontwerpen en het vakmanschap van oorlogsvoorwerpen afkomstig uit culturen van over de hele wereld werden getoond. Meer dan 150 verschillende en opvallende wapens zoals knotsen, dolken en speren, maar ook schilden, helmen en complete harnassen waren achter glas tentoongesteld en een aantal zagen eruit als ware kunstwerken. Ik vond het prachtig om de wapens van de verschillende stammen en volkeren te zien. De passie waarmee de wapens zijn gemaakt moest groot zijn geweest, want er zaten schitterende exemplaren tussen. Het leken vooral wapens uit het verleden te zijn, maar een aantal ervan worden op sommige plaatsen ter wereld op dit moment nog steeds gebruikt, niet alleen om oorlog mee te voeren maar ook om mee te jagen.
Het volgende onderdeel had als titel: Kalahari Perspectives: Anthropology, Photography, and the Marshall Family. Het was een grote witte ruimte waarin zwart-wit foto’s hingen, welke gemaakt waren door Laurence Marshall en zijn familie, waarop inheemse volkeren in de Kalahari waren afgebeeld. De cultuur van de Ju 'hoansi en Gwi-volkeren werd in beeld gebracht en de manier waarop de tentoonstelling was opgezet met het contrast in kleuren was mooi om te zien. Na even bij de foto’s gekeken te hebben liepen we verder naar Latin America. De oude kunst van Peru werd getoond, middels ceramische potten, schalen en borden, welke door de Nasca-volkeren meer dan 2000 jaar geleden waren gemaakt. Vervolgens kwamen we uit in een grote hal waarin de tentoonstelling Encounters with the Americas was te zien. Er werden beelden getoond van inheemse culturen in Latijns-Amerika voor en na 1492, in de tijd dat Columbus zijn eerste reis naar de andere kant van de wereld maakte. Vooral de stukken en werken van de Azteken en de Maya’s vond ik erg indrukwekkend om te zien.
Een grote
excursiegroep liep door het museum heen en het viel me op dat het een groep met
Latijns-Amerikanen waren, ze spraken allemaal Spaans en ik vond het apart om te
zien dat ze naar Amerika waren gekomen om daar meer te lezen en te weten te
komen over hun eigen cultuur. Ik keek rustig naar de tempels, welke op schaal
waren nagemaakt, en de stenen totempalen en vond het zeer intrigerend.
Wat ik ook geweldig vond waren de versieringen en objecten over de feestdag Dia
de los Muertos, oftewel de dag van de doden, welke gevierd wordt op 1 november.
Afkomstig vanuit de Azteken is de Mexicaanse Dag der Doden een unieke mix van
Mexicaans-Amerikaanse en Christelijke rituelen. De doden werden geëerd met
bloemen, kransen, vlaggen en kleding en vooral de poppen en gekleurde schedels
vond ik erg interessant. Het topstuk van de expositie was het felgekleurde
altaar, waarin allerlei attributen die gerelateerd waren aan de Dag der Doden
lagen opgesteld. Ik vind Halloween geweldig en Dia de los Muertos heeft daar veel overeenkomsten mee.
Archeologische
vondsten uit de Harvard Yard en historische kaarten toonden hoe studenten
leefden in het koloniale Harvard, daarbij werd ook gesproken over de rol van
het Indian College in de beginjaren van de universiteit. In de ochtend voorafgaande aan
ons bezoek aan het museum hadden we ook al een Hahvahd tour gelopen, waarbij
het nodige over de geschiedenis van de campus werd verteld en dit
onderdeel van het museum gaf nog wat extra informatie. Ik vond het mooi en informatief om te lezen
hoe verschillende studentengroeperingen in het verleden met elkaar omgingen.
Een heel ander onderdeel van het museum had de naam: The Legacy of Penobscot Canoes: A View from
the River. Amerikaanse kano’s gemaakt van berkenhout werden getoond, ze werden beschreven
als een van de grootste uitvindingen in de menselijke geschiedenis. Het belang
van rivieren en kano’s in het stamleven van de indianen werd daarbij uitgelicht. Naast
de kano’s werden er ook stenen werktuigen getoond. Zelf vond ik dit het minst
interessante deel van het museum.
Het laatste en tevens meest indrukwekkende deel van het Peabody Museum of Archaeology and Ethnology had de naam Change & Continuity: Hall of the North American Indian. De diversiteit van de Noord-Amerikaanse culturen werd weergegeven. Vooral de grote totempalen van de inheemse volkeren vond ik prachtig om te zien. Ik kende deze palen van indianenverhalen op televisie van vroeger, maar nog nooit had ik ze met eigen ogen gezien. Daar was nu dus verandering in gekomen en ik vond het geweldig. Ik was blij dat we het museum afsloten met een van de meest indrukwekkende werken welke ik die middag heb gezien. Ik ben gedurende mijn verblijf in het museum veel te weten gekomen over een aantal verschillende culturen op de wereld. De wetenschap van mens als cultuurdrager werd tentoongesteld en ik vond het interessant om daar het nodige van te leren. Bij een bezoek aan een universiteit moet er natuurlijk ook wel wat kennis vergaard worden en dat heb ik ook zeker gedaan. Maar maak jullie niet druk, na het bezoek aan de musea gingen we op weg naar een lokale bierbrouwerij, waar ik een andere keer over zal schrijven.